In juli 2014 heeft de Tweede Kamer het wetsvoorstel Vergroten Investeringsmogelijkheden in de medisch-specialistische zorg aangenomen. Bij de stemming is onder meer het amendement Bruins Slot aangenomen. Dit amendement regelt dat artikel 18 van de Wet toelating zorginstellingen (WTZi) in gewijzigde vorm in stand blijft en dat de uitvoering ervan bij de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) wordt ondergebracht.

Plicht

Onder het huidige wettelijke regime hebben zorgaanbieders de plicht om een melding te doen bij het College Sanering Zorginstellingen (CSZ) als zij van plan zijn om zorgvastgoed aan de zorg te onttrekken. Het CSZ kan de transactie vervolgens aan zijn goedkeuring onderwerpen en eventueel bepalen dat een deel van de ‘meeropbrengst’ in een fonds gestort moet worden.

Over deze meldingsplicht zijn de afgelopen tijd veel blogs en artikelen geschreven. In juni 2015 schreef ik samen met een collega over de verstoring van de marktwerking die de overheid hiermee veroorzaakte. Wij vonden het een dwaling. Het was bij deze wet de bedoeling dat de overheid toeziet, instemt en stuurt op verkoop, verhuur en  in de toekomst ook op aankoop en aanhuur van zorgvastgoed. De bemoeienis van het CSZ had al meer dan eens tot een onbedoeld financieel effect geleid. 

Geschrapt

Onlangs werd bekend dat minister Schippers alsnog artikel 18 schrapt en het wetsvoorstel wijzigt dat de NZa in staat zou stellen vastgoedtransacties te beoordelen. De Raad van State heeft haar hiertoe geadviseerd. Dit onderzoek is ingesteld nadat in de Eerste Kamer veel discussie ontstond naar aanleiding van het wetsvoorstel. Omdat zorginstellingen zelf de risico’s lopen, ziet de Raad van State niet in waarom de overheid hier toezicht op zou moeten houden.

De kritiek van de Raad van State luidt dat het voorgestelde artikel 18 WTZi onvoldoende rechtszekerheid biedt met betrekking tot doel en toepassing. De maatregel is bovendien potentieel zeer verstrekkend, zodat de proportionaliteit in het geding is. Bovendien is beperking van zorginstellingen in hun vrijheid om vastgoedtransacties te plegen, in tegenspraak met Europese wetgeving. Meerdere brancheorganisaties lieten al eerder hun stem horen. GGZ Nederland, VGN, Actiz, NVZ en Revalidatie Nederland vonden dat de terugkeer van overheidsbemoeienis lijnrecht tegenover de beweging stond dat zorgaanbieders zelf verantwoordelijk werden gemaakt voor kapitaallasten.

Auditteams

Gelukkig is minister Schippers gevoelig gebleken voor het advies van de Raad van State en schrapt zij artikel 18. Ze haalt daarbij aan dat zorginstellingen zelfstandige risicodragende private organisaties zijn en dat zij zelf verantwoordelijk zijn voor hun keuzes. Zorginstellingen hebben primair zelf verantwoordelijkheid voor hun financiële huishouding.

Het zogenaamde bouwregime is afgeschaft en zorgaanbieders dragen zelf het risico voor investeringsbeslissingen. De kosten voor financiering (kapitaallasten dus, zoals te betalen rente over een lening) worden niet meer afzonderlijk door de overheid vergoed. Wij vonden afgelopen zomer al dat de markt zelf voor de juiste checks and balances moet zorgen. Onafhankelijke auditteams zouden hierbij van groot nut kunnen zijn. Dergelijke teams kunnen op verzoek van bijvoorbeeld raden van toezicht vastgoedtransacties onderzoeken en beoordelen. En zo’n team kan een zorginstelling bijstaan bij een transactieproces.

Nu maar hopen dat er snel definitief duidelijkheid komt over de wetswijziging. Immers, de beide Kamers hebben het laatste woord. Er zijn vele tientallen transacties per jaar en dit voornemen van de minister komt het gezag van CSZ in de dagelijkse praktijk niet ten goede.

Drs ing. Gerard Thaens