Al tien jaar houdt zij zich bezig met zorgvastgoed en de toekomst van huisvesting voor ouderen. Getriggerd door een simpele ervaring. “Een wekelijkse wandeling voerde mij langs een zorgvoorziening voor ouderen, het stemde mij verdrietig om te zien hoe zij erbij zaten. Ik vroeg mij af: is dit ook mijn toekomst?” vertelt Masi Mohammadi, lector Architecture in Health aan de HAN en bestuurslid van platform Zorgvastgoed.

Betrokkenheid en fascinatie. Twee woorden die Masi Mohammadi typeren als we het hebben over zorgvastgoed en de toekomst voor de ouderen in Nederland. “Ik besef uiteraard dat ik maar enkele minuten per week meekreeg van de ouderen in die voorziening, maar voor mij leek het alsof zij alleen maar verdrietig naar buiten konden kijken. Ze keken uit op een soort hofje, een pleintje waar verder niets te beleven viel. Mijn wandeling liep over dat pleintje, maar verder kwamen er maar weinig mensen. Als je erlangs liep, voelde je je net een bezienswaardigheid. De ouderen kwamen naar het raam toe om te zien wat er buiten speelde. Ik werd daardoor geraakt,” blikt Mohammadi terug.

In die periode studeerde zij af aan de Technische Universiteit in Eindhoven en besloot hier haar afstudeeronderzoek aan te wijden. “Het onderwerp blijft mij fascineren. Ik heb geleerd een goed bouwkundig ontwerper te zijn, het maken, creëren en bouwen. Maar nu mag ik in alle bescheidenheid meewerken aan het creëren van een mooie toekomst van mensen, bouwen aan hun leven. En dat geeft mij enorm veel voldoening en energie.”

 “We moeten niet onderschatten hoe belangrijk leefomgeving voor onze gezondheid en onze manier van leven is”

Koude steen vertalen naar warme menselijkheid, het klinkt als een prachtige manier om de gebouwde omgeving met persoonlijke wensen te verbinden en zo echt van waarde te zijn in het leven van -in dit geval- ouderen. Mooi, of te mooi om waar te zijn? “We moeten niet onderschatten hoe belangrijk leefomgeving voor onze gezondheid en onze manier van leven is. We kunnen mensen manipuleren, gelukkig of juist miserabel maken met onze gebouwen. Soms weten we niet wat slechte architectuur en design met ons doen. Als eindgebruiker van een gebouw heb je dan niet in de gaten dat klachten als hoofdpijn en astma met je omgeving te maken kunnen hebben. Aan de andere kant kunnen we mensen ook gelukkig maken en enorm ondersteunen met wat wij bouwen. We hebben de mogelijkheden om ouderen genoeg support te bieden om op eigen benen te kunnen blijven staan en hun leven voort te zetten op de belangrijkste plek op aarde: hun eigen thuis,” aldus Mohammadi.

Het is in haar ogen dan ook een sociaal-maatschappelijk waardevol doel waar zij zich actief voor inzet. “Ik zit in diverse denktank-groepen van bijvoorbeeld het ministerie van Economische Zaken en daar wordt toch wel het beleid bepaald. Je merkt dat je echt iets kan betekenen, dat je echt mag meedenken en dat geeft extra betekenis aan ons bijzonder mooie vakgebied.”

Technologie en zorgvastgoed

Op het vlak van waardecreatie voor zorgvastgoed ziet Mohammadi een belangrijke rol weggelegd voor technologische ontwikkelingen. “Waardecreatie is absoluut te behalen als we één integrale aanpak kiezen. Diverse elementen zijn daarin belangrijk. Het menselijke karakter van een gebouw, dus de sociaal-maatschappelijke waarde is er daar één van. Ook de ecologische en de financiële waarde van een gebouw moeten meegenomen worden. Die drie waarden zitten momenteel in een totale context van verandering, hetzij door politiek, hetzij door technologische ontwikkelingen in de samenleving. Onze totale lifestyle wordt door technologie bepaald. Je moet je eens voorstellen dat op een dag de WiFi thuis wegvalt… dan lijkt het de hele dag of je iets vergeten bent. Dát is een waarde gecreëerd door de technologische vooruitgang van de afgelopen tien, twintig jaar. Daarvoor kenden wij dat niet. De dagelijkse activiteiten van mensen die actief in het leven staan zijn dus absoluut geïntegreerd met technologie en je ziet dat dat langzamerhand zijn weg vindt naar het zorgvastgoed,” zegt ze.

In 2014 onderzocht Mohammadi met een onderzoeksteam 75 zorggebouwen op de aanwezigheid van technologie. Daaruit bleek dat bij alle zorgcentra op de een of andere manier moderne technologie werd toegepast. “Bij de een meer dan bij de ander, maar als je kijkt naar de zorg voor dementerende ouderen werd bij 100% van de gebouwen geavanceerde technologie ingezet,” vertelt ze daarover. “Het idee van technologie in de ouderenzorg is ingeburgerd, de toepassingen beginnen nu te komen. De vraag is niet óf de toekomst van zorgvastgoed zal afhangen van technologie, maar hoe extreem het zijn sporen achter zal laten in de architectuur en het leveren van zorg.”

(On)geschikt

Een concreet voorbeeld van veranderingen door politiek is dat ouderen langer thuis moeten blijven wonen. Naast overheidsbeleid is het uiteraard ook de wens van veel ouderen om een eigen thuis te behouden. Verzorgingshuizen worden gesloten, maar veel gemeenten maken zich zorgen dat er niet voldoende geschikte woningen zijn. Wat zijn de kansen op dit gebied? Valt hier nog wel waarde te creëren? Mohammadi antwoordt: “Ik onderschrijf dat we een probleem krijgen, maar een onderdeel van het antwoord zit hem in het woord ‘geschikt’. Of een woning geschikt is, is afhankelijk van de situatie en de persoon. We weten dat dé oudere niet bestaat. Het feit dat mensen een leeftijd van 65, 75 of 80 jaar bereiken, betekent niet dat zij dezelfde dingen wel of niet meer kunnen. Geschiktheid bepalen voor zo’n gevarieerde doelgroep kunnen we niet, je moet kijken naar de context.”

“Toegankelijkheid is een van de belangrijkste eigenschappen van een gebouw als het om senioren gaat.”

De lector ondersteunt haar woorden met een onderzoek dat zij een aantal jaar geleden uitvoerde in opdracht van een woningcorporatie. De corporatie wilde weten hoeveel procent van hun woningvoorraad geschikt was voor senioren. “Toegankelijkheid is een van de belangrijkste eigenschappen van een gebouw als het om senioren gaat. Wij kregen de opdracht om 13.000 woningen op toegankelijkheid te beoordelen. Het eerste dat we gedaan hebben is ‘geschikt’ definiëren. Want zijn alle woningen met een drempel ongeschikt? Misschien wel voor mensen in een rolstoel, maar geldt het ook voor degenen met een rollator? We onderscheidden verschillende gradaties van toegankelijkheid voor diverse doelgroepen. Een rolstoel vereist een andere mate van toegankelijkheid dan een rollator. We keken welke complexen absoluut niet (meer) geschikt waren voor één of meerdere van onze categorieën en hebben geadviseerd dat deze aangeboden werden aan een andere doelgroep. Maar de andere complexen boden op individueel niveau zeker mogelijkheden.”

Economische waarde

Niet alleen ouderen zijn geholpen met een aanpak als deze, ook voor de woningcorporatie zelf is het positief. “Een woningcorporatie die 70% van zijn woningen moet labelen als ongeschikt heeft een probleem. Maar als de organisatie erdoorheen kan kijken, dan biedt dat zoveel mogelijkheden. Een gebouw houdt zijn economische waarde door juist te kijken naar de sociale waarde ervan. Ik zeg niet dat een piramide met gradaties de oplossing is voor alles, mijn punt is dat we moeten kijken naar de context. Een integrale aanpak dus, en de uitkomst van dit onderzoek geeft een mooi voorbeeld van sociale en economische waarde die elkaar versterken,” aldus Mohammadi.

Minder budget

De zorg en de bouw. Twee sectoren die nu net ontzettend te maken hebben en hebben gehad met minder budget, minder financiële ruimte. “Ik begrijp heel goed dat er zorgen zijn over de kwaliteit van zorg in combinatie met minder budget. Ik denk wel dat het één niet per se met het ander gepaard hoeft te gaan. Een beperkt budget hebben betekent niet automatisch dat je veel van waarde weg hoeft te strepen. Minder geld stimuleert creativiteit. Ik heb nog nooit zoveel mooie initiatieven gezien als nu: kleinschalige zorgverlening, particuliere zorgverlening, buurtzorg, kleinere zorgvastgoed-initiatieven. Mensen gaan niet meer zitten wachten op zorginstellingen of woningcorporaties, maar nemen zelf het heft in eigen hand.”

“We moeten in beweging komen en die urgentie om in beweging te komen, was misschien minder snel tot stand gekomen als wij niet een krachtige stok achter de deur hebben. Niets heeft de bouwsector zo goed gedaan als de economische crisis. En als jurylid in verschillende commissies zie ik veel innovatieve inzendingen langskomen die ik mede mag beoordelen. De conclusie die ik daaruit trek is: men heeft het door. Wat wij nodig hebben is een mentaliteitsverandering van het denken in efficiëntie naar het denken in duurzame waardecreatie. Gebouwen maak je voor mensen, die personalisatie moet er altijd blijven.”

Over Masi Mohammadi

Masi Mohammadi is bestuurslid van het platform Zorgvastgoed. Ze is lector aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) op het vakgebied Architecture in Health, bouwen voor gezondheidszorg. Op dat gebied is zij nu zo’n tien jaar actief. De laatste vier jaar in Arnhem, maar daarnaast blijft zij verbonden aan de TU in Eindhoven waar zij zich bezighoudt met duurzame woonomgeving voor ouderen. Mohammadi opereert graag op het snijvlak van de praktijk en de academische wereld. Invulling daaraan geeft ze door bijvoorbeeld proeftuinen te realiseren waar kennis wordt vertaald naar fysieke realisatie, maar ook door posities bij organisaties en platformen zoals Zorgvastgoed.