Boeiend en zeer leerzaam. Zo bestempelden de deelnemers de bijeenkomst over contractrisico’s van zorgvastgoed die door DUDOK Bouw- en Vastgoedrecht op touw was gezet. In het monumentale gebouw van Stichting De Hartekamp Groep gaven achtereenvolgens Daan Tetteroo van Syntrus Achmea Real Estate & Finance, Stefaan Gielens van Aedifica en Remco Vissink van DUDOK Bouw- en Vastgoedrecht hun visie op het thema.

Jan Bauer

Na het welkomstwoord van Jan Bauer als gastheer namens stichting De Hartekamp Groep beet Daan Tetteroo het spits af. Syntrus Achmea Real Estate & Finance heeft een beheerd vermogen van € 15,8 miljard. “Daarvan is 7,6 miljard in Nederlands vastgoed belegd. Van dat bedrag zit circa 150 miljoen in zorgvastgoed”, hield Tetteroo zijn gehoor voor. Een concreet voorbeeld daarvan is De Makroon in Amsterdam. Daar heeft Syntrus Achmea het pand gekocht en herontwikkeld. “Aanvankelijk zaten 290 bewoners in deze zorginstelling. Dat is nu teruggebracht naar 42 intramurale pg-cliënten en 134 levensloopbestendige woningen.”

Contractuele risico’s

Voor een belegger spelen er de nodige contractuele risico’s als het gaat om zorgvastgoed. “Bijvoorbeeld de afweging kantoorruimtecontract versus woonruimtecontract. Met andere woorden, één gebruiker, de zorginstelling, of meerdere gebruikers, de bewoners. Maar ook de looptijd van contract, wat doen we met onderhoud. De afspraken over kwaliteit van het gebouw maar ook de zorg die er wordt geleverd. Want als de zorg niet goed is dreigt op termijn leegstand.” Een ander risico dat volgens Tetteroo speelt is de financiële situatie van de zorginstelling. “Om die risico’s op de juiste manier te dekken speelt vertrouwen een belangrijke rol. Een langdurige relatie is belangrijk evenals het bijeenbrengen van kennis en expertise. Want ik zie tegelijkertijd wel dat zorgvastgoed een groeimarkt is.”

Stefaan Gielen

Dat werd vervolgens door Stefaan Gielens algemeen directeur van het Belgische Aedifica onderschreven. De vastgoedportefeuille van het in 2005 opgerichte fonds bedraag 1 miljard euro. Aedifica vooral actief in België en Duitsland hoopt in het eerste kwartaal van dit jaar zijn eerste acquisitie in Nederland te doen. Hij voorziet een door de vergrijzing een groeiende markt. “Het is een markt met interessante rendementen van 5,8 procent.” Daarbij zei hij vooral te geloven in kleinschalige ontwikkelingen. “Overigens niet alleen als het gaat om zorgappartementen maar we kijken bijvoorbeeld ook naar verpleeghuizen.” Veel belang stelt Aedifica daarbij in de competentie van de zorgonderneming die het vastgoed afneemt. “Tegelijkertijd is dat wel zijn verantwoordelijkheid. De huurder is economisch verantwoordelijk voor het vastgoed.”

Remco Vissink

Na Stefaan Gielens mocht Remco Vissink de middag besluiten met zijn bespiegelingen op contractrisico’s van zorgvastgoed tussen belegger en zorgexploitant. Hij nam daarbij de zaal mee in de verschillende contractvormen en het gebruik van zorgvastgoed. “Van belang is dat niet langer de zorginstelling zorg levert maar ook bewoning, al dan niet met zorg. Er moet enerzijds voor de zorginstelling ruimte zijn om te ondernemen. Anderzijds moet de belegger niet het risico lopen om voor verrassingen komen te staan.” Zo’n verrassing kan volgens Vissink bijvoorbeeld zijn als een zorginstelling ruimtes heeft onderverhuurd en deze onderhuurder zich beroept op huurbescherming als de zorgondernemer er mee stopt. “Waar het om gaat”, besloot hij, “is dat contracten maatwerk zijn. Dat is gewenst.”

“Van belang is dat niet langer de zorginstelling zorg levert maar ook bewoning, al dan niet met zorg.”